Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Saul nu sprak tot den HEERE, den God Israels: [76]Toon den onschuldige. Toen werd Jonathan en [77]Saul geraakt, en het volk ging [vrij] uit. 76. Hebreeuws, geef den volkomene, of, oprechte. Anders, geef een oprecht [lot.] 77. Te weten, door het lot. Getroffen worden, en vrij uitgaan, worden hier tegen elkander gesteld. 77. [vrij] uit. Te weten, door het lot. Getroffen worden, en vrij uitgaan, worden hier tegen elkander gesteld.